Morgendienst 17 juli 2016
Bible Text: Mattheüs 3:1-3, Mattheüs 4:12-17 en 1 Johannes 2:18-23 | Preacher: ds. A. Vastenhoud
Thema: Bekering
Gz. 183: 1, 2, 3 en 4 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Ps. 62: 1 en 5
Ps. 19: 7
Ps. 45: 1 en 2
Gz. 399: 1, 3 en 6 (Liedboek)
Gz. 231: 1, 3 en 4 (Liedboek)
Gz. 183: 1, 2, 3 en 4 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
1
Heer, ik kom tot U,
hoor naar mijn gebed.
Vergeef mijn zonden nu,
en reinig mijn hart.
2
Met U liefde, Heer,
kom mij tegemoet,
nu ik mij tot U keer,
en maak alles goed.
3
Zie mij voor U staan,
zondig en onrein.
O, Jezus raak mij aan,
van U wil ik zijn.
4
Jezus op Uw woord,
vestig ik mijn hoop.
U leeft en U verhoort
mijn bede tot U.
Gz. 399: 1, 3 en 6 (Liedboek)
1
Wij loven U, o God, belijden U als Heer.
Eeuwige Vader, U geeft heel de wereld eer.
U zingen alle heem’len, serafs, machten, tronen,
onafgebroken rijst hun lied op hoge tonen:
Gij, driemaal heilig zijt Gij, God der legerscharen,
Wiens grootheid aard’ en hemel heerlijk openbaren!
3
U, Vader, U zij lof op een verhoogde troon!
Lof en aanbidding zij Uw eengeboren Zoon.
Lof zij Uw Geest, Die ons ten Trooster is gegeven,
ons in de waarheid leidt, de weg van eeuwig leven.
U looft Uw kerk alom, waar Gij die ook vergaarde;
U looft wat loven kan, in hemel en op aarde!
6
Wij zegenen, o Heer, Uw goedheid al den dag!
Geef dat eeuw in eeuw uit, ons lied U loven mag,
geef, dat wij bij Uw komst onstraf’lijk wezen mogen:
ontferm, ontferm U, Heer, toon ons Uw mededogen!
Op U steunt onze hoop, o God van ons vertrouwen:
zij worden nooit beschaamd, die op Uw goedheid bouwen.
Gz. 231: 1, 3 en 4 (Liedboek)
1
Wij knielen voor Uw zetel neer,
wij, Heer, en al Uw leden,
en eren U als onze Heer
met lied’ren en gebeden.
Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot,
voor U, o Godsgetuige,
o Eerstgeboren’ uit de dood
zich diep eerbiedig buige!
3
U, Die als Heer der heerlijkheid
verreest tot heil der volken,
verwachten wij in majesteit
eens weder op de wolken.
Hij komt, elks oog zal Hem dan zien,
ook die Hem heeft doorsteken!
Elk zal Hem juichend hulde bien
of om ontferming smeken.
4
Hoe ras of traag de tijd verdwijnt,
die dag zal zeker komen.
Het licht, dat aan de kim verschijnt,
wordt reeds van ver vernomen.
Ja, halleluja, ja Hij komt!
Juicht, mensen, eng’len, samen.
Juicht met een vreugd, die ’t al verstomt,
juicht allen! Amen, amen!