11 december 2016

Morgendienst 11 december 2016

Predikant:
Passage: Exodus 3:1-10
Dienstsoort:

Bible Text: Exodus 3:1-10 | Preacher: ds. A. Vastenhoud

Ps. 84: 1 (Nieuwe berijming)
Gz. 457: 1, 3 en 4 (Liedboek)
Gz. 103: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Gz. 466: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Ps. 42: 1 en 5
Gz. 585: 1, 2 en 3 (Opwekking)
Gz. 939: 1, 2 en 3 (Nieuw Liedboek)

Ps. 84: 1 (Nieuwe berijming)
1
Hoe lieflijk, hoe goed is mij, Heer,
het huis waar Gij Uw naam en eer
hebt laten wonen bij de mensen.
Hoe brand ik van verlangen om
te komen in Uw heiligdom.
Wat zou mijn hart nog liever wensen
dan dat het juichend U ontmoet
Die leven zijt en leven doet.

Gz. 457: 1, 3 en 4 (Liedboek)
1
Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig,
vroeg in de morgen word’ U ons lied gewijd.
Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig,
Drievuldig God, Die een in wezen zijt.

3
Heilig, heilig, heilig! Gij gehuld in duister,
geen oog op aarde ziet U zoals Gij zijt.
Gij alleen zijt heilig, enig in Uw luister,
een en al vuur en liefde en majesteit.

4
Heilig, heilig, heilig! Heer, God almachtig
hemel, zee en aarde verhoogt Uw heerlijkheid.
Heilig, heilig, heilig! Liefdevol en machtig,
Drievuldig God, Die een in wezen zijt.

Gz. 103: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
1
Meer dan rijkdom, meer dan macht
meer dan schoonheid van sterren in de nacht,
meer dan wijsheid die deze wereld kent
is het waard te weten wie U bent.

2
Meer dan zilver, meer dan goud,
meer dan schatten door iemand ooit aanschouwd,
meer dan dat, zo eindeloos veel meer
was de prijs die U betaalde Heer.

3
In een graf verborgen door een steen,
toen U zich gaf, verworpen en alleen,
als een roos geplukt en weggegooid
nam U de straf, en dacht aan mij, meer dan ooit.

Gz. 466: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
1
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo ben jij in Mijn hand, zegt de Heer.
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo maak Ik jou een vat tot Mijn eer
Kneed mij, Heere God,
Ook als het soms wel eens pijn doet.
Kneed mij, Heere God,
U weet precies hoe ik zijn moet

2
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo ben jij in Mijn hand, zegt de Heer.
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo maak Ik jou een vat tot Mijn eer
Kneed mij, Heere God,
‘k Wil mij opnieuw aan U geven.
Kneed mij, Heere God,
U maakt iets moois van mijn leven

3
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo ben ik in Uw handen, O Heer.
Zoals klei in de hand van de pottenbakker,
zo maakt U mij een vat tot Uw eer (2x)

Gz. 585: 1, 2 en 3 (Opwekking)
1
Er is een dag,
waar al wat leeft al lang op wacht,
een dag van blijdschap,
als heel de schepping wordt bevrijd.
En op die dag,
dan komt de Heer en haalt Zijn bruid,
die rein en stralend
opgaat in Zijn heerlijkheid.

2
Er klinkt geschal,
wanneer de graven opengaan
en doden opstaan,
voor eeuwig levend door Zijn kracht.
Hun aardse tent
wordt nu bekleed met heerlijkheid,
de dood verzwolgen,
overwonnen voor altijd.
Spoedig zullen wij Hem zien
en voor altijd op Hem lijken
en Jezus kennen zoals Hij is, amen!
Nooit meer tranen, nooit meer pijn,
want wij zullen met Hem leven
in Zijn nabijheid, voor altijd.
Amen, amen!

3
Dus kijk omhoog
en zie wat nog verborgen is,
maar wat beloofd is,
dat blijft in alle eeuwigheid.
En als je lijdt,
weet dat het maar voor even is.
Als Jezus terugkomt,
deel je in Zijn heerlijkheid.
Spoedig zullen wij Hem zien
en voor altijd op Hem lijken
en Jezus kennen zoals Hij is, amen!
Nooit meer tranen, nooit meer pijn,
want wij zullen met Hem leven
in zijn nabijheid, voor altijd.
Amen, amen!

Gz. 939: 1, 2 en 3 (Nieuw Liedboek)
1
Op U alleen, mijn licht, mijn kracht,
stel ik mijn hoop, U zorgt voor mij.
Door golven heen, door storm en nacht,
leidt mij Uw hand, U blijft nabij.
Uw vrede diep, Uw liefde groot,
verjaagt mijn angst, verdrijft de dood.
Mijn vaste rots, mijn fundament,
U bent de grond waarop ik sta.

2
U werd een mens, U daalde neer,
in onze pijn en schuld en strijd.
U droeg de last, verrezen Heer,
die ons van elke vloek bevrijdt.
U sloeg de zonden aan het kruis
en brengt ons bij de Vader thuis,
want door Uw bloed, Uw levenskracht,
komen wij vrij voor God te staan.

3
Van eerste kreet tot laatste zucht,
leef ik in U, en U in mij.
Geen boze macht, geen kwaad gerucht,
niets is er dat mij van U scheidt.
Want U regeert, U overwint,
U neemt mij aan, ik ben Gods kind.
Totdat U komt, mij roept voorgoed,
bent U het doel van mijn bestaan.