26 februari 2017

Morgendienst 26 februari 2017

Predikant:
Passage: Galaten 2:11-21
Dienstsoort:

Bible Text: Galaten 2:11-21 | Preacher: ds. A. Vastenhoud

Tekst: Galaten 2:19
Thema: Zie op het Kruis!
Voorbereiding Heilig Avondmaal

Ps. 45: 1 (Nieuwe berijming)
Ps. 92: 1 en 2
Gz. 259: 1 en 2 (Liedboek)
Gz. 350: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
Ps. 43: 3 en 4
Gz. 139 (Bundel Uit Aller Mond)
Ps. 68: 10 (OB)

Ps. 45: 1 (Nieuwe berijming)
1
Met luider stem breng ik de Koning hulde
omdat Zijn beeld mijn hart en ziel vervulde,
mijn tong rept als een snel bestuurde pen
van Hem Wiens gratie ik niet waardig ben!
Als Gij, o Koning, spreekt, is dat verhoring,
de woorden van Uw mond zijn vol bekoring,
voor eeuwig en altoos door God bemind,
zijt Gij veel schoner dan een mensenkind.

Gz. 259: 1 en 2 (Liedboek)
1
Halleluja! Lof zij het Lam,
Die onze zonden op Zich nam,
Wiens bloed ons heeft geheiligd;
Die dood geweest is, en Hij leeft;
Die ’t volk, dat Hij ontzondigd heeft,
in eeuwigheid beveiligt!

2
Aanbidt de Vader in het woord!
Aanbidt de Zoon, aan ’t kruis doorboord!
Aanbidt de Geest uit Beiden!
Van Zijn gemeenschap, Zijn gena,
Zijn liefd’ en trouw, halleluja,
zal ons geen schepsel scheiden.

Gz. 350: 1, 2 en 3 (Liederenbundel Op Toonhoogte)
1
Als ik m’n ogen sluit
en denk aan Golgotha,
dan lijkt het net of ik
daar op die heuvel sta.
Ik zie het houten kruis,
zie wat de mensen doen,
dat Jezus sterven moet,
want dat gebeurde toen.

2
Ik hoor opnieuw Zijn stem,
die roept: ‘Het is volbracht.’
En daarna wordt het stil,
’t is donker als de nacht.
Toen stierf Hij aan het kruis,
toen was de pijn voorbij.
O, ik weet meer dan ooit
dat Hij dit deed voor mij.

3
Ik doe m’n ogen dicht
en vouw m’n handen stil.
Ik bid met heel mijn hart,
wat ik Hem zeggen wil:
‘Heer, aan dat houten kruis,
droeg U de straf voor mij,
Ik had nog nooit een Vriend
Die zoveel hield van mij.’

Gz. 139 (Bundel Uit Aller Mond)
In het kruis zal ‘k eeuwig roemen
en geen wet zal mij verdoemen.
Christus droeg de vloek voor mij,
Christus is voor mij gestorven,
heeft gena voor mij verworven:
‘k ben van dood en zonde vrij!